In deze zaak heeft appellante op 12 januari 2015 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) ingediend, met terugwerkende kracht vanaf 15 december 2014. Het college van burgemeester en wethouders van Hilversum heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat appellante niet op een uitnodiging voor een gesprek was verschenen en de gevraagde gegevens niet had ingediend. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij de uitnodiging niet heeft ontvangen, omdat deze in een verkeerde brievenbus was gedeponeerd. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat de brief op het juiste adres is bezorgd. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet in de gelegenheid is gesteld om haar aanvraag aan te vullen, wat betekent dat het college niet bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen. De aangevallen uitspraak van de rechtbank is vernietigd, het beroep is gegrond verklaard en het college is opgedragen om een nieuwe inhoudelijke beslissing te nemen op het bezwaar van appellante. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.004,-.