Uitspraak
OVERWEGINGEN
,de aanvraag, voor zover die is te zien als een herhaalde aanvraag, afgewezen wegens het ontbreken van nieuwe feiten en omstandigheden en de aanvraag, voor zover die ziet op de toekomst (duuraanspraak), gehonoreerd. Vastgesteld is dat appellant met ingang van 27 oktober 2014 recht heeft op een Wajonguitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 45-55%.
.Ter ondersteuning van zijn standpunt dat zijn psychische beperkingen zijn onderschat heeft appellant een brief van 12 september 2016 van GZ-psycholoog drs. E. Huiskamp en een brief van 24 februari 2017 van psychiater T. Kleijn overgelegd. Ten onrechte is volgens appellant geen rekening gehouden met de afname van zijn algehele conditie. Hij heeft gesteld dat uit preventief oogpunt een urenbeperking had moeten worden aangenomen. Appellant heeft de Raad verzocht om een deskundige te benoemen om zijn psychische stoornis en de daaruit voortvloeiende beperkingen vast te stellen. Hij heeft gesteld dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn voor hem omdat hij niet langdurig achtereen kan zitten en staan, hij niet in staat is om twee kilo te tillen en omdat hij geen auto kan besturen. Hij heeft voorts gesteld dat een toelichting op de signalering ten aanzien van het aspect zitten ontbreekt.