Uitspraak
16.7614 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
Op 4 december 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van betrokkene, die vanaf 2 augustus 2013 bijstand ontving op basis van de Participatiewet. Betrokkene verbleef vanaf 26 februari 2015 in detentie, en er ontstond onduidelijkheid over zijn woonadres. De gemeente had een onderzoek ingesteld naar zijn inschrijving in de basisregistratie personen, wat leidde tot een verklaring van de verhuurder dat betrokkene zijn huur niet meer betaalde en uit de kamer was gezet. Het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren heeft daarop besloten de bijstand van betrokkene te herzien en terug te vorderen.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de intrekking van de bijstand niet uitsluitend kon worden gebaseerd op de verklaring van de verhuurder, omdat deze niet voldoende was onderbouwd. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep echter geoordeeld dat het dagelijks bestuur voldoende bewijs had geleverd voor de intrekking van de bijstand. De Raad oordeelde dat de verhuurder consistent had verklaard over de huurrelatie en dat betrokkene niet had aangetoond dat hij na 1 juli 2014 nog op het uitkeringsadres woonde. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond.