Uitspraak
17.7259 AWBZ, 18/4778 AWBZ
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 30 april 2018 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die op 29 september 2017 een eerdere beslissing van Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. over de vaststelling en terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) heeft bevestigd. Appellant ontving een pgb voor de jaren 2012, 2013 en 2014, maar het zorgkantoor heeft bedragen teruggevorderd wegens onregelmatigheden in de verantwoording van de zorgkosten. De rechtbank oordeelde dat het zorgkantoor terecht de pgb-administratie niet op orde achtte en dat appellant niet voldeed aan de verplichtingen van de Regeling subsidies AWBZ. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat het zorgkantoor ten onrechte een bedrag van € 1.160,- voor twee facturen van zorgverlener [naam B.V.] niet in aanmerking heeft genomen. Het zorgkantoor heeft in een nieuw besluit het pgb voor 2014 herzien, maar appellant blijft van mening dat de terugvordering over 2012 onterecht is. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond, waarbij het zorgkantoor niet aansprakelijk is voor de kosten van rechtsbijstand in de bezwaarfase.