Uitspraak
18.1834 AW
OVERWEGINGEN
11 december 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:4155) moet bij gebruikmaking van de bevoegdheid de ambtenaar te schorsen worden beoordeeld of het bestuursorgaan beschikte over voldoende gronden voor het ontslagvoornemen. Daarbij geldt niet de eis dat die gronden het voorgenomen strafontslag ook moeten kunnen dragen. Ten tijde van het uitbrengen van het ontslagvoornemen was sprake van een concrete verdenking van integriteitsschendingen op grond waarvan het vertrouwen in betrokkene ernstig was geschaad. Het college heeft zich op basis daarvan op het standpunt kunnen stellen dat het niet langer wenselijk was dat betrokkene zijn werkzaamheden bleef verrichten. De rechtbank heeft dit ten onrechte niet onderkend.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 17 november 2017 ongegrond.