Uitspraak
16.3185 WIA, 16/3186 WIA
OVERWEGINGEN
dr. M.R.P. Dhooghe (Dhooge), psychiater [psychiater] ( [psychiater] ) en de door GGZ Oost Brabant in februari 2016 opgestelde behandelovereenkomst.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die als machine operator werkte, was sinds 4 februari 2009 arbeidsongeschikt door psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had appellant in 2011 een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, maar deze werd in 2015 beëindigd na een herbeoordeling. De verzekeringsarts concludeerde dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de beëindiging van de WIA-uitkering per 28 april 2015.
Appellant ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank oordeelde dat het onderzoek van het Uwv zorgvuldig was en dat de belastbaarheid van appellant correct was ingeschat. In hoger beroep voerde appellant aan dat er meer beperkingen waren dan door de verzekeringsartsen waren aangenomen, met name in verband met zijn psychische problematiek en visusklachten. Hij verwees naar rapporten van zijn medisch adviseur en een oogarts.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. De Raad concludeerde dat de verzekeringsartsen voldoende gemotiveerd hadden waarom er geen aanvullende beperkingen moesten worden aangenomen. De rapporten van de psychiater kregen minder gewicht omdat zijn BIG-registratie geschorst was ten tijde van het opstellen van de rapporten. De Raad oordeelde dat appellant in staat was om de geduide functies te vervullen, rekening houdend met zijn beperkingen.