Uitspraak
17.159 PW
OVERWEGINGEN
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellanten tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin de intrekking van de AIO-aanvulling van appellanten door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) aan de orde is. Appellanten ontvingen sinds 1 januari 2008 bijstand op basis van de Participatiewet (PW) in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen. De Svb heeft van 2013 tot en met 2019 een gefaseerd onderzoek uitgevoerd naar de rechtmatigheid van de AIO-aanvulling van alle AIO-gerechtigden. In dit kader hebben appellanten in 2015 een formulier ingevuld waarin zij melding maakten van hun mede-eigendom van een woning in Turkije. De Svb heeft vervolgens de AIO-aanvulling van appellanten ingetrokken, omdat zij geen informatie hebben verstrekt over de woning en de waarde ervan, wat leidde tot een terugvordering van eerder verstrekte AIO-aanvulling.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellanten in de periode van 1 januari 2008 tot en met 5 april 2015 in het bezit waren van de woning, en dat de rechtbank dit niet heeft onderkend. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep gegrond, waarbij de Svb wordt opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Tevens wordt de Svb veroordeeld in de proceskosten van appellanten. De uitspraak benadrukt het belang van het discriminatieverbod en de zorgvuldigheid bij het uitvoeren van onderzoeken naar de rechtmatigheid van bijstandsverlening.