ECLI:NL:CRVB:2018:2826
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de accreditatie van een opleiding in het kader van studiefinanciering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere tussenuitspraak van 19 april 2016 en de einduitspraak van de rechtbank Gelderland van 2 augustus 2016. De zaak betreft de beoordeling van de opleiding van de betrokkene in het kader van de Wet studiefinanciering 2000. In een eerdere tussenuitspraak (ECLI:NL:CRVB:2017:3538) had de Raad overwogen dat de opleiding van de betrokkene voldoende was ingebed in het kwaliteitszorgsysteem van de Verenigde Staten en dat voldaan was aan de accreditatie-eisen. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had daarop een nadere motivering van het bestreden besluit gegeven, waarin werd uiteengezet waarom de opleiding van de betrokkene niet voldeed aan de criteria van de Nuffic. De Raad heeft vastgesteld dat de minister het eerder vastgestelde gebrek in het bestreden besluit heeft hersteld en dat het advies van de Nuffic zorgvuldig was. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken en oordeelde dat de weigering om studiefinanciering toe te kennen standhoudt. Tevens werd het verzoek van de betrokkene om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor vergoeding van de kosten die de betrokkene had gemaakt.