Uitspraak
17.1419 ZW
6 januari 2017, 16/1346 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
Op 19 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellante, die zich op 21 december 2012 ziek had gemeld na een verkeersongeval. Het Uwv had vastgesteld dat appellante per 21 december 2012 geen recht had op een ZW-uitkering, omdat haar werkgever verplicht was om loon door te betalen tijdens ziekte. Appellante had hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde appellante aan dat de medische beoordeling door het Uwv te laat had plaatsgevonden en dat dit ten onrechte niet was meegewogen in de beslissing. De Raad oordeelde dat het Uwv de geschiktheid van appellante voor haar werk als textielsorteerder per 1 oktober 2013 voldoende had onderbouwd. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.