Uitspraak
18 april 2017, 16/5455 (aangevallen uitspraak)
mr. I. Brouwer en A.A. van Heck.
OVERWEGINGEN
1 januari 2016 van [gemeente 1] naar [gemeente 2] verplaatst.
Dermato-Allergologie en Arbeidsdermatologie Rustemeyer, opgestelde rapport van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten AMC en het ArbeidsDermatologisch Centrum VUmc van 17 april 2016 (AMC rapport) is weliswaar vermeld dat autorijden niet probleemloos is, maar zijn voor autorijden geen beperkingen voor appellante vastgesteld. Evenmin is op medische gronden een beperking voor een openbaar vervoermiddel of een reisduurbeperking vastgesteld. Ook uit het rapport van de bedrijfsarts van 19 april 2016 komt naar voren dat voor reizen met de auto of het openbaar vervoer in feite niet op medische gronden beperkingen kunnen worden gesteld. Uit de in hoger beroep door appellante overgelegde rapportage van verzekeringsarts Klok die ten grondslag heeft gelegen aan het na het ontslag van appellante tot stand gekomen deskundigenoordeel van het Uwv van 13 juli 2016 kan evenmin worden afgeleid dat om medische redenen niet van appellante kon worden verlangd dat zij naar de kantoorlocatie in [gemeente 2] zou reizen. Weliswaar acht Klok het vanwege medicatie onverstandig dat appellante met de auto naar het werk rijdt en acht hij de lange reistijd met het openbaar vervoer met diverse overstappen fysiek te belastend voor appellante, maar met een vervoersvoorziening zijn die volgens hem beperkingen te overwinnen. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de directeur niet een dergelijke vervoersvoorziening zou hebben getroffen, als appellante hierom destijds had verzocht.