Uitspraak
14.2442 WIA
27 maart 2014, 13/3525 (aangevallen uitspraak)
dr. H.J.M. ter Hofstede als deskundige benoemd.
OVERWEGINGEN
13 februari 2013, onder verwijzing naar een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 23 mei 2013, ongegrond verklaard.
J. Rijken van 20 maart 2013 kan daar niet aan afdoen. Met deze brief is al rekening gehouden in het rapport van 23 mei 2013. Aan de door appellant aangevoerde omstandigheid dat de bedrijfsarts meer beperkingen heeft aangenomen dan de verzekeringsarts bezwaar en beroep kan naar het oordeel van de rechtbank niet de waarde worden gehecht die appellant daaraan gehecht wenst te zien. Deze beoordeling vond plaats met een ander doel dan de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet WIA. Datzelfde geldt voor het deskundigenoordeel dat door het Uwv is opgemaakt op verzoek van appellant over de vraag of hij voldoende doet om de re-integratie naar zijn eigen werkplek te bevorderen. In beroep heeft arbeidskundig onderzoek op basis van een wijziging van de maatmanomvang en een deels nieuwe functieselectie geleid tot een ander arbeidsongeschiktheidspercentage, dat nog steeds minder is dan 35. Omdat eerst in de beroepsfase door het Uwv een volledige en juiste motivering is gegeven heeft de rechtbank het beroep van appellant gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.
BESLISSING
G.M.G. Hink als leden, in tegenwoordigheid van R.P.W. Jongbloed als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2018.