Uitspraak
[naam moeder] (zijn moeder en tevens zijn mentor) en mr. Vermaat.
OVERWEGINGEN
9 februari 2017 (bestreden besluit), voor de periode van 1 mei 2016 tot en met 30 april 2017 op grond van de Wmo 2015 in aanmerking gebracht voor beschermd wonen, exclusief dagbesteding, in de vorm van een pgb. Beschermd wonen voorziet in verblijf in een instelling gedurende 24 uur per dag en komt overeen met het AWBZ‑zorgzwaartepakket 4C GGZ. Omdat betrokkene voor een pgb gekozen heeft, heeft verzoeker hem voor bovengenoemde periode een pgb toegekend van € 682,14 per week, wat overeenkomt met € 35.659,- bruto per jaar.
.Omdat uit het dossier niet is op te maken of betrokkene een indicatie heeft voor begeleiding groep heeft de rechtbank verzoeker in de gelegenheid gesteld om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen door de hoogte van het pgb vast te stellen op basis van de oude indicatie.
.
BESLISSING
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verzoeker in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.002,-.