ECLI:NL:CRVB:2018:2520
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum exploitatie hennepkwekerij en bewijsvoering bijstandintrekking
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de intrekking van hun bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer aan de orde is. De appellanten ontvingen bijstand op basis van de Participatiewet, maar na een politie-inval op 9 september 2015, waarbij een hennepkwekerij werd aangetroffen, heeft het college besloten de bijstand in te trekken. De fraudespecialist van Stedin Netbeheer B.V. concludeerde dat de hennepkwekerij al op 21 januari 2015 was gestart, wat leidde tot de terugvordering van bijstandsuitkeringen over een periode van meer dan negen maanden.
De rechtbank heeft in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat de rapportage van de fraudespecialist voldoende bewijs bood voor de conclusie dat de kwekerij eerder was gestart dan door appellanten werd gesteld. Appellanten voerden in hoger beroep aan dat de kwekerij pas in mei 2015 in gebruik was genomen en dat het college niet aan zijn bewijslast had voldaan. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat de ingangsdatum van de hennepkwekerij op 21 januari 2015 is vastgesteld. De Raad oordeelde dat de rapportage van de fraudespecialist zorgvuldig was en dat de argumenten van appellanten niet voldoende waren om aan de conclusie van de fraudespecialist te twijfelen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 24 juli 2018.