ECLI:NL:CRVB:2018:2475
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de AWBZ-VV niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan connexiteit
Op 23 juli 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ-VV). Het verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, had een voorlopige voorziening aangevraagd in verband met een besluit van Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. dat het persoonsgebonden budget (pgb) over het jaar 2012 opnieuw had vastgesteld. Verzoeker had onder andere verzocht om een voorschot van € 15.000,- en handhaving van de bevoorschottingsmethodiek zoals die voor 2014 werd gehanteerd.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak vastgesteld dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet voldeed aan het materiële connexiteitsvereiste. Dit houdt in dat er een connex verband moet zijn tussen de gevorderde voorlopige voorziening en het in de bodemprocedure voorliggende geschil. De rechter oordeelde dat, hoewel verzoeker zich in een moeilijke financiële situatie bevond, dit niet voldoende was om het verzoek ontvankelijk te verklaren. De inhoud van het bestreden besluit bood geen basis voor de gevraagde voorlopige voorziening.
De Raad heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook niet-ontvankelijk verklaard en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.