ECLI:NL:CRVB:2017:3452
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan materiële connexiteit
Op 10 oktober 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/5754 PW-VV, waarin een verzoek om een voorlopige voorziening werd behandeld. Verzoeker had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 27 juli 2017, waarin zijn beroep tegen het uitblijven van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Groningen niet-ontvankelijk was verklaard. Verzoeker had eerder bij het college verzocht om een nadere toelichting op een melding aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over zijn bijstandsverlening. De IND had verzoeker meegedeeld dat hij nooit rechtmatig verblijf had gehad, wat leidde tot de intrekking van zijn bijstand door het college.
De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet voldeed aan de vereisten van materiële connexiteit. Dit houdt in dat het verzoek niet voldoende verband hield met de inhoud van het besluit waartegen beroep was ingesteld. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gevorderde voorlopige voorziening, die betrekking had op bijstandsverlening, niet relevant was voor de procedure die bij de Raad aanhangig was. De intrekking van de bijstand en de omstandigheden van verzoeker waren onderwerp van een andere procedure bij de rechtbank.
Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, en de voorzieningenrechter deed uitspraak buiten zitting. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 10 oktober 2017.