ECLI:NL:CRVB:2018:2387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling herhaalde WIA-aanvraag en beëindiging ZW-uitkering
In deze zaak gaat het om een herhaalde aanvraag voor een WIA-uitkering door appellant, die eerder in 2012 was afgewezen. Appellant heeft zich in 2015 ziek gemeld met toegenomen klachten en heeft verzocht om terug te komen op het eerdere besluit. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen nieuwe medische feiten zijn die aanleiding geven om het eerdere besluit te herzien. De Raad bevestigt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de eerdere beoordeling van de belastbaarheid van appellant nog steeds van toepassing is. De rechtbank heeft de eerdere besluiten van het Uwv terecht in stand gelaten, omdat appellant geen nieuwe feiten heeft aangedragen die zijn aanvraag zouden kunnen ondersteunen. De Raad concludeert dat de beëindiging van de ZW-uitkering per 28 september 2015 ook terecht is, aangezien appellant geschikt wordt geacht voor de eerder geselecteerde functies. De uitspraak bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank Den Haag.