ECLI:NL:CRVB:2018:2362
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid in het kader van WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een IVA-uitkering aan appellant, die zich had ziekgemeld met psychische klachten. De Raad volgt het standpunt van het Uwv dat appellant niet in aanmerking komt voor een IVA-uitkering, omdat zijn volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat er behandel- en verbetermogelijkheden zijn, zoals EMDR-therapie, en dat de situatie van appellant niet medisch stabiel is. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Appellant heeft in hoger beroep herhaald dat hij duurzaam volledig arbeidsongeschikt is, maar de Raad oordeelt dat de inschatting van de verzekeringsarts over de kans op herstel voldoende onderbouwd is. De Raad wijst ook het verzoek om schadevergoeding af en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.