In deze zaak heeft appellante, zonder vaste woon- of verblijfplaats, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 augustus 2017. De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 17/5767 WIA. De zaak betreft de uitkeringsspecificaties van mei en juni 2016 die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan appellante zijn toegestuurd. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze specificaties, maar het Uwv heeft deze bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat de specificatie van mei 2016 als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet worden beschouwd, terwijl de specificatie van juni 2016 niet slechts informatief is, maar gericht op rechtsgevolg. De Raad heeft geoordeeld dat appellante geen belang meer heeft bij het bezwaar tegen de specificatie van mei 2016, maar dat het Uwv ten onrechte het bezwaar tegen de specificatie van juni 2016 niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd voor zover het betreft de specificatie van mei 2016, maar bevestigd voor het overige. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsgevolgen van uitkeringsspecificaties en de noodzaak voor het Uwv om op bezwaren te beslissen.