Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, die ernstige visuele en auditieve beperkingen heeft, had hulp bij het huishouden aangevraagd. Het college van burgemeester en wethouders van Beesel had deze hulp in 2013 toegekend, maar de omvang van de hulp was in latere besluiten verminderd. De appellant was het niet eens met deze besluiten en had hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat de medische adviezen onjuist waren en dat hij schade had geleden door het tekort aan begeleiding.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet beschikt over het vereiste procesbelang. Dit betekent dat het resultaat dat de appellant met zijn hoger beroep nastreeft, niet kan worden bereikt. De Raad heeft overwogen dat het hebben van een louter formeel of principieel belang niet voldoende is voor het aannemen van procesbelang. De door de appellant betwiste omvang van de toegekende huishoudelijke hulp betreft een afgesloten periode, en het toekennen van hulp met terugwerkende kracht is niet mogelijk. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om getuigen op te roepen of om aan de overige verzoeken van de appellant te voldoen. De uitspraak van de Raad is openbaar gedaan en het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard, evenals het verzoek om schadevergoeding.