Uitspraak
16.4001 WWAJ
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1966, op 11 december 2014 een aanvraag ingediend voor inkomens- en arbeidsondersteuning op basis van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong 2010) vanwege de aandoening sarcoïdose. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft deze aanvraag op 19 maart 2015 afgewezen, met als argument dat appellant niet als jonggehandicapte kan worden beschouwd, omdat hij na zijn 30e verjaardag arbeidsongeschikt was. Appellant heeft bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard op 26 juni 2015. De rechtbank Limburg heeft het beroep van appellant tegen dit besluit op 3 mei 2016 ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat zijn arbeidsongeschiktheid moet worden beoordeeld op 1 juli 1996 en 1 juli 2001, en dat hij op beide data volledig arbeidsongeschikt was. Hij heeft medische rapporten overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt, maar het Uwv heeft betoogd dat appellant door zijn laattijdige aanvraag het risico loopt dat zijn medische situatie niet meer kan worden vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de medische grondslag van het bestreden besluit onderschreven en geconcludeerd dat appellant in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens heeft overgelegd die zijn standpunt onderbouwen.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen aanknopingspunten zijn om te oordelen dat appellant niet in staat was om de functies te vervullen die aan de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling ten grondslag lagen. Het hoger beroep is afgewezen, en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.