Uitspraak
16.6994 WAO
OVERWEGINGEN
14 april 2014 ontvangen inkomsten uit hennepteelt de WAO- en WAZ‑uitkering van appellant met toepassing van artikel 44 van de WAO en artikel 58 van de WAZ op nihil gesteld. Het Uwv heeft tevens over deze periode een bedrag van € 35.740,47 aan volgens Uwv onverschuldigd betaalde WAO- en WAZ‑uitkering van appellant teruggevorderd.
13 februari 2014. Het Uwv heeft, gelet op de hoogte van de inkomsten uit de hennepkwekerij, de WAO- en WAZ‑uitkering over deze periode op nihil gesteld en een bedrag van
€ 28.821,02 bruto aan volgens het Uwv onverschuldigd betaalde WAO-en WAZ‑uitkering van appellant teruggevorderd.
(zie de uitspraak van de Raad van 22 april 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1295). Het Uwv dient aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 44 van de WAO is voldaan.
(…) Ik vind het vervelend wat er gebeurd is. Ik vind het vervelend dat ik de stroom heb gestolen”. Nadat het verhoor is hervat heeft appellant verklaard: “
Dat is gewoon vervelend en had ik niet hoeven doen. De planten ja dat is gebeurd dat is een keuze die ik genomen heb. Ik heb helemaal niks ik heb helemaal geen geld.(…)”.
J. Nazarek, zoals appellant ter zitting heeft gesteld, is niet gebleken. Appellant heeft deze stelling niet aan de hand van concrete, verifieerbare en relevante gegevens onderbouwd. Zijn enkele ontkenning van de verklaring achteraf is onvoldoende om aan de juistheid daarvan te twijfelen. Uit het proces‑verbaal van 14 februari 2014 volgt verder dat appellant geen nieuwe verklaring heeft willen afleggen, maar te kennen heeft gegeven bij zijn standpunt van
13 februari 2014 te blijven. Daaruit volgt in ieder geval de erkenning dat appellant stroom heeft gestolen en hennepplanten heeft gehad. Dit proces‑verbaal is wel door appellant ondertekend.