ECLI:NL:CRVB:2018:2006
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking bijstandsverlening en boete wegens schending inlichtingenverplichting
Op 3 juli 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van appellante tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen. Appellante ontving sinds 1 juli 2008 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand, later de Participatiewet. Na een anonieme melding dat appellante samenwoonde, heeft het college een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de conclusie dat appellante en haar partner C een gezamenlijke huishouding voerden, wat appellante niet had gemeld. Het college heeft daarop de bijstand van appellante met terugwerkende kracht ingetrokken en een boete opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting. Appellante heeft in hoger beroep betwist dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding, maar de Raad oordeelde dat de onderzoeksbevindingen voldoende bewijs boden voor de conclusie dat appellante en C wel degelijk samenwoonden. De opgelegde boete werd als evenredig beschouwd. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank Gelderland, die de beroepen van appellante ongegrond had verklaard.