ECLI:NL:CRVB:2018:1985
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- E.C.G. Okhuizen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bedrijfskapitaal Bbz 2004 op basis van deskundigenadvies en levensvatbaarheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante, die sinds oktober 2014 een eenmanszaak exploiteert, had op 7 juli 2015 een aanvraag ingediend voor bedrijfskapitaal op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, op basis van een advies van de FBA Adviesgroep, dat concludeerde dat de onderneming niet levensvatbaar was. De appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat haar bedrijf wel levensvatbaar is en dat het college ten onrechte het voorschot heeft teruggevorderd.
De Raad heeft vastgesteld dat de beoordeling van de levensvatbaarheid van een bedrijf gebaseerd moet zijn op de situatie ten tijde van het besluit op de aanvraag. Het college was gerechtigd om zich te baseren op het advies van de FBA, en de appellante heeft geen concrete aanknopingspunten aangedragen om aan de zorgvuldigheid van dit advies te twijfelen. De Raad heeft geconcludeerd dat de door appellante aangevoerde argumenten, waaronder een e-mail van een ander bedrijf en plannen voor de toekomst, niet voldoende waren om de conclusie van de FBA te weerleggen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep afgewezen.