ECLI:NL:CRVB:2018:1873
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.N.A. Bootsma
- A.M. Overbeeke
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen intrekking bijstandsbesluit op basis van nieuwe feiten en omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de intrekking van zijn bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), maar zijn uitkering werd opgeschort omdat hij geen gegevens over zijn inkomsten had verstrekt. Na een aantal gesprekken en besluiten, waarbij appellant niet alle gevraagde informatie aanleverde, werd zijn bijstandsrecht uiteindelijk ingetrokken. Appellant verzocht het college om herziening van het besluit tot intrekking, maar het college wees dit verzoek af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een heroverweging rechtvaardigden. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond. In hoger beroep stelde de Centrale Raad van Beroep vast dat het college terecht had geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de intrekking van de bijstand ongedaan konden maken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van het aanleveren van relevante informatie door de aanvrager van bijstand en de voorwaarden waaronder een college kan terugkomen op eerder genomen besluiten.