Uitspraak
16 6253 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
21 mei 2015 tegenover de rapporteurs een verklaring afgelegd over haar woon- en leefsituatie. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een Rapportage Bijzonder Onderzoek van 16 juni 2015.
1 juli 2015 de bijstand van appellante met ingang van 1 november 2014 in te trekken en de
over de periode van 1 november 2014 tot en met 31 december 2014 gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van bruto € 2.389,42 en over de periode van 1 januari 2015 tot en met 30 april 2015 tot een bedrag van netto € 3.060,60 van appellante terug te vorderen. Aan dit besluit heeft het college ten grondslag gelegd dat appellante, zonder hiervan melding te maken bij het college, vanaf 1 november 2014 met T een gezamenlijke huishouding voerde op het uitkeringsadres.
november 2014 90% van de tijd bij haar is, de meeste tijd bij haar eet, en dat T een sleutel van haar woning heeft.
BESLISSING
M. Schoneveld als leden, in tegenwoordigheid van S.A. de Graaff als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 juni 2018.