ECLI:NL:CRVB:2018:1703
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een onherroepelijke uitspraak inzake niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft verzoeker op 18 oktober 2017 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 11 oktober 2017, waarin zijn bezwaar tegen een besluit van het Uwv niet-ontvankelijk was verklaard wegens termijnoverschrijding. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 mei 2018 uitspraak gedaan op dit verzoek. De Raad overweegt dat de uitspraak waarvan herziening wordt verzocht niet berust op een onjuist feitelijk uitgangspunt. Verzoeker had eerder een aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten ingediend, welke door het Uwv op 9 december 2014 was afgewezen. Het bezwaar van verzoeker werd op 21 april 2015 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat was ingediend. De rechtbank had in een eerdere uitspraak het beroep van verzoeker ook niet-ontvankelijk verklaard, maar later in een verzetsprocedure het beroep alsnog gegrond verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat het bestreden besluit op juiste wijze aan verzoeker is bekendgemaakt en dat er geen verschoonbare redenen zijn gegeven voor de termijnoverschrijding. De gestelde onjuistheid van de uitspraak is door de Raad niet erkend, omdat de telefoonnotitie waar verzoeker naar verwijst al in de eerdere procedure was meegewogen. De Raad concludeert dat er geen feiten zijn die tot herziening van de uitspraak aanleiding kunnen geven en wijst het verzoek om herziening af.