In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin haar beroep tegen een besluit van het Uwv over de ingangsdatum van haar Wajong-uitkering ongegrond werd verklaard. Appellante stelt dat zij eerder een aanvraag voor een Wajong-uitkering heeft ingediend, maar het Uwv heeft deze eerdere aanvraag niet erkend. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht de aanvraag uit 2014 als uitgangspunt nam, omdat er geen bewijs was van een eerdere aanvraag. In hoger beroep heeft appellante herhaald dat zij recht heeft op een Wajong-uitkering vanaf 1976, maar de Raad oordeelt dat appellante er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat zij een eerdere aanvraag heeft ingediend. De Raad verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en bevestigt de beslissing van het Uwv, maar veroordeelt het Uwv wel in de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.032,50 bedragen.