ECLI:NL:CRVB:2018:1620
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor stofferingskosten afgewezen door college, noodzaak en bijzondere omstandigheden beoordeeld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van bijzondere bijstand voor stofferingskosten door het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren. Betrokkene, die na mishandeling en bedreiging verhuisde naar een gestoffeerde kamer, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van stofferingskosten. De aanvraag werd afgewezen omdat het college van mening was dat betrokkene zelf had kunnen reserveren voor deze kosten. De rechtbank oordeelde echter dat de kosten noodzakelijk waren, omdat de woning niet gestoffeerd was en het college niet had aangetoond dat betrokkene in staat was om te reserveren.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat de kosten voor stofferingskosten als noodzakelijk moesten worden beschouwd, gezien de bijzondere omstandigheden waarin betrokkene zich bevond. De Raad stelde vast dat betrokkene door opeenvolgende verhuizingen en beperkte reserveringstijd niet in staat was om de kosten zelf te dekken. Het college had niet voldoende onderbouwd dat er alternatieve gestoffeerde woningen beschikbaar waren op het moment van de aanvraag.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van het college niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraken, waarbij het college werd veroordeeld in de proceskosten van betrokkene. De uitspraak benadrukt het belang van het motiveren van besluiten in het kader van bijzondere bijstand en de beoordeling van individuele omstandigheden.