ECLI:NL:CRVB:2018:1609
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en gezamenlijke huishouding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard, waarbij haar aanvraag om bijstand werd afgewezen. Appellante ontving eerder bijstand op basis van de Participatiewet, maar deze werd ingetrokken op grond van het vermoeden dat zij een gezamenlijke huishouding voerde met P, haar ex-echtgenoot. Het college had onderzoek gedaan naar de woon- en leefsituatie van appellante, maar de Raad oordeelt dat het college onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de claims van appellante dat P op een ander adres woont. De Raad stelt dat het college had moeten aangeven welke aanvullende gegevens nodig waren of een huisbezoek had moeten afleggen om de situatie te verifiëren. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en draagt het college op om de aanvraag van appellante opnieuw te beoordelen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.004,- bedragen.