ECLI:NL:CRVB:2018:1565
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- H. Lagas
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een leraar in het primair onderwijs na een impasse in de arbeidsrelatie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een leraar die ontslagen is door het college van bestuur van de stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam. De leraar, die sinds 2008 werkzaam was, had een conflict met zijn directeur, wat leidde tot een langdurige ziekteperiode en uiteindelijk tot ontslag. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college bevoegd was om het ontslag te verlenen op grond van andere redenen van gewichtige aard, zoals vastgelegd in de CAO PO. De Raad stelt vast dat er sprake was van een impasse in de arbeidsrelatie, waarbij de leraar niet in staat was om zich los te maken van de negatieve ervaringen uit het verleden. Ondanks de inspanningen van het college om de leraar te re-integreren, was de leraar niet bereid om verder te gaan binnen de organisatie. De rechtbank had eerder het beroep van de leraar ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad concludeert dat er geen overwegend aandeel van het college in de ontstane situatie is, en dat de leraar geen recht heeft op een extra compensatie bovenop de werkloosheidsuitkeringen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.