ECLI:NL:CRVB:2018:1287
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van militair invaliditeitspensioen en beoordeling van PTSS in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een militair invaliditeitspensioen aan appellant, die als dienstplichtig militair was uitgezonden naar Libanon. Appellant had verzocht om een militair invaliditeitspensioen naar aanleiding van psychische klachten die hij aan zijn uitzending toeschreef. In eerste instantie werd zijn verzoek afgewezen, maar na bezwaar werd hem alsnog een pensioen toegekend op basis van een mate van invaliditeit van 17,5%, wat werd afgerond naar 18%. De Raad oordeelde dat de psychische klachten van appellant niet voldeden aan de criteria voor een trauma van het type T2, maar dat er sprake was van een verergerend dienstverband. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de rechtbank voldoende gemotiveerd had waarom de ervaringen van appellant niet als T2-PTSS konden worden gekwalificeerd en dat de mate van invaliditeit correct was vastgesteld. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.