ECLI:NL:CRVB:2014:3825
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Toekenning van invaliditeitspensioen aan een militair met PTSS na herbeoordeling van de mate van invaliditeit
In deze zaak gaat het om de toekenning van een invaliditeitspensioen aan een appellant die als dienstplichtig militair heeft gediend en lijdt aan post-traumatische stressstoornis (PTSS). De appellant heeft in 2008 een invaliditeitspensioen aangevraagd, dat aanvankelijk werd vastgesteld op 10% invaliditeit. Na bezwaar en herbeoordeling door de minister, werd dit percentage verhoogd naar 20%. De rechtbank Den Haag heeft in een eerdere uitspraak het beroep van de appellant gegrond verklaard en de besluiten van de minister vernietigd, waarbij de invaliditeit werd vastgesteld op 25,42%. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en de argumenten van de appellant en de minister gewogen. De Raad heeft vastgesteld dat de minister de door de psychiater Van Marle toegekende score voor de seksuele functie terecht buiten beschouwing heeft gelaten, omdat er geen specifieke behandeling voor dit probleem is gezocht. De Raad heeft ook de toepassing van het PTSS Protocol beoordeeld en geconcludeerd dat de minister niet in strijd heeft gehandeld met de wettelijke omschrijving van de begrippen oorzakelijk en verergerend dienstverband. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij de invaliditeit van de appellant op 25,42% is vastgesteld, en heeft geoordeeld dat de minister de juiste procedure heeft gevolgd bij de beoordeling van de invaliditeit.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en biedt duidelijkheid over de toepassing van het PTSS Protocol in relatie tot de vaststelling van invaliditeit bij militairen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.