Uitspraak
17.7744 WWB
OVERWEGINGEN
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker op 6 november 2017 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 18 februari 2014, waarin de intrekking van zijn bijstand werd bevestigd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 april 2018 uitspraak gedaan op dit verzoek. Verzoeker voerde aan dat een e-mail van 9 oktober 2017, afkomstig van een voormalig medewerker van de gemeente, nieuwe feiten bevatte die de eerdere uitspraak konden beïnvloeden. De Raad oordeelde echter dat deze e-mail niet als nieuw feit kon worden aangemerkt, omdat deze dateert van na de eerdere uitspraak en niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad concludeerde dat het verzoek om herziening moest worden afgewezen, omdat de inhoud van de e-mail geen nieuw licht op de zaak wierp en niet zou hebben geleid tot een andere uitspraak. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.