ECLI:NL:CRVB:2018:1090
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens wangedrag van een militair na smokkel van sigaretten en misbruik van Schipholpas
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag. De appellant, een militair, was ontslagen wegens wangedrag nadat hij 81 sloffen sigaretten zonder accijns binnen Nederland had gebracht en daarbij misbruik had gemaakt van zijn Schipholpas. De staatssecretaris van Defensie had het ontslag verleend op basis van artikel 39 van het Algemeen militair ambtenarenreglement. De appellant stelde dat het wangedrag hem niet kon worden toegerekend vanwege psychische klachten, maar de Raad oordeelde dat hij niet had aangetoond dat hij ten tijde van de gedragingen niet in staat was om de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag in te zien. De Raad concludeerde dat de staatssecretaris bevoegd was om tot ontslag over te gaan en dat het ontslag niet onevenredig was. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, waarbij het beroep van de appellant ongegrond was verklaard.