ECLI:NL:CRVB:2017:95
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van onverschuldigd betaalde WW-uitkering in combinatie met WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van een onverschuldigd betaalde WW-uitkering aan appellant, die ook een WAO-uitkering ontving. Appellant ontving vanaf 29 mei 2006 een WAO-uitkering en had daarnaast een WW-uitkering aangevraagd. Het Uwv heeft in 2014 vastgesteld dat appellant ten onrechte zowel een volledige WAO-uitkering als een gedeeltelijke WW-uitkering ontving, wat leidde tot een terugvordering van € 27.897,78. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van appellant tegen de besluiten van het Uwv ongegrond, en het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep werd eveneens afgewezen. De Raad oordeelde dat appellant redelijkerwijs had moeten begrijpen dat hij te veel uitkering ontving, gezien de hoogte van zijn bruto-inkomsten en de tegenstrijdige besluiten van het Uwv. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat er geen dringende reden was om af te zien van de terugvordering.