In deze zaak gaat het om een ambtenaar die opkomt tegen de score die hem is gegeven in een beoordeling, met als doel bevordering naar de functie van senior GGP. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank Gelderland bevestigd, waarin werd geoordeeld dat de ambtenaar in aanmerking komt voor bevordering. De rechtbank oordeelde dat de waardering van twee competenties te laag was en dat de ambtenaar boven de norm functioneerde. De Raad volgde de rechtbank in haar oordeel dat de ambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de waardering van zijn competenties niet op voldoende gronden berustte. De Raad benadrukte dat de beoordeling van een ambtenaar niet afhankelijk mag zijn van het doel ervan en dat de motivering voor lagere scores niet relevant is als de uiteindelijke beoordeling positief is. De Raad bevestigde dat de ambtenaar voldeed aan de voorwaarden voor bevordering en dat de eerdere afwijzing van zijn verzoek om bevordering onterecht was. De uitspraak werd gedaan op 2 maart 2017, waarbij de Raad de proceskosten van de ambtenaar toekende aan de appellant.