Uitspraak
2 oktober 2015, 14/3205 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ambtenaar tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Weert, die haar had geschorst en onvoorwaardelijk ontslagen wegens plichtsverzuim. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er voldoende concrete verdenking was om tot schorsing over te gaan. De ambtenaar had zich onrechtmatig toegang verschaft tot de gemeentelijke computersystemen en had mutaties in haar eigen voordeel doorgevoerd. De Raad bevestigt dat de disciplinaire maatregel van ontslag niet onevenredig is aan de aard en ernst van het gepleegde plichtsverzuim. De Raad verwijst naar eerdere uitspraken en stelt dat de integriteit van de ambtenaar in twijfel is getrokken, wat een ordemaatregel rechtvaardigt. De ambtenaar had verklaard dat zij haar uren had aangepast en dat zij dit deed zonder toestemming van haar leidinggevende. De Raad concludeert dat de ambtenaar zich bewust was van haar onrechtmatige handelingen en dat het ontslag gerechtvaardigd is. De uitspraak van de rechtbank Limburg wordt bevestigd.