ECLI:NL:CRVB:2017:594
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.L. Boxum
- J.L. Meijer
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid college tot buiten behandeling laten van bijstandsaanvraag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellanten, die bijstand hadden aangevraagd, waren in een eerdere fase geconfronteerd met een intrekking van hun bijstandsuitkering per 1 september 2014. Na een nieuwe aanvraag op 10 december 2014, heeft het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen de aanvraag niet in behandeling genomen omdat appellanten niet alle gevraagde gegevens hadden overgelegd. Het college heeft hen herhaaldelijk verzocht om aanvullende informatie, maar de appellanten hebben niet tijdig voldaan aan deze verzoeken. Het college heeft daarop de aanvraag buiten behandeling gesteld op grond van artikel 4:5, eerste lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te laten, omdat appellanten niet de benodigde gegevens hadden verstrekt. De Raad heeft benadrukt dat de bewijslast voor bijstandbehoevendheid bij de aanvrager ligt en dat het college gerechtigd is om een onderzoek te doen naar de financiële situatie van de aanvrager, ook over een periode langer dan drie maanden voorafgaand aan de aanvraag. De Raad heeft de beroepsgronden van appellanten verworpen, waaronder de stelling dat de aanvraag niet incompleet was en dat de fase van inhoudelijke beoordeling al was aangevangen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, wat betekent dat de beslissing van het college om de aanvraag buiten behandeling te laten rechtmatig was. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.