Uitspraak
OVERWEGINGEN
6 november 2012 de WAO-uitkering van appellant ongewijzigd voortgezet. Daaraan ligt het standpunt ten grondslag dat appellant met zijn beperkingen in staat is de in het kader van deze WAO-beoordeling geselecteerde functies te vervullen. Het gaat om de functies productiemedewerker voedingsmiddelenindustrie (eenvoudige machines bedienen)
22 december 2014 vastgesteld dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld met ingang van 29 december 2014, omdat hij met ingang van deze datum niet ongeschikt is geacht tot het vervullen van de bij de WAO-beoordeling geselecteerde functie van productiemedewerker pluimveeslachterij. Het tegen dit besluit gemaakte bezwaar heeft het Uwv ongegrond verklaard bij beslissing op bezwaar van 23 april 2015 (bestreden besluit). Daaraan heeft het Uwv een rapport van 30 maart 2015 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een rapport van 22 april 2015 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag gelegd.
a. ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid als bedoeld in artikel 19; en;
b. hij als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur.
22 december 2014 heeft voor appellant aanleiding gevormd naar de huisarts te gaan die hem vervolgens heeft verwezen naar GGZ. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft informatie opgevraagd bij de behandelaar van appellant en de vervolgens ontvangen brief van 16 maart 2015 van drs. Aallali, die een dysthyme stoornis en een stoornis in de impulsbeheersing (NAO) heeft vastgesteld, bij zijn beoordeling betrokken. Appellant is aanvullend beperkt geacht voor onregelmatigheid en nachtdiensten. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 22 april 2015 vervolgens uitgebreid en inzichtelijk gemotiveerd dat de functie van productiemedewerker pluimveeslachterij geschikt is voor appellant omdat het fysiek licht nek- en been besparende arbeid betreft met een voorspelbare werksituatie zonder sterk wisselende taakinhoud. Het samenwerken in deze functie is beperkt omdat sprake is van een eigen en afgebakende taak en daarin geen conflicten in een face tot face contact hoeven te worden gehanteerd. De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat het onderzoek zorgvuldig is geweest en dat het Uwv appellant terecht geschikt heeft geacht voor deze functie.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.