ECLI:NL:CRVB:2017:482
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) wegens verzwegen woning in Marokko
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) van appellant door de Sociale verzekeringsbank (Svb) op basis van het vermoeden dat appellant eigenaar is van een woning in Marokko, die niet is gemeld. Appellant ontving vanaf juli 2008 een ouderdomspensioen en vanaf juli 2009 een AIO-aanvulling. De Svb heeft een onderzoek ingesteld naar het vermogen van AOW- en AIO-gerechtigden in Marokko, waarbij is vastgesteld dat appellant meer dan tien jaar eigenaar is van een woning in Marokko, met een waarde van circa € 131.220,-. De Svb heeft de AIO-aanvulling per 1 maart 2013 beëindigd, omdat appellant niet had gemeld dat hij eigenaar was van deze woning, waardoor zijn vermogen boven de vrij te laten grens uitkwam.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. De rechtbank oordeelde dat de Svb onvoldoende had onderbouwd dat de woning daadwerkelijk eigendom van appellant was. In hoger beroep heeft de Raad voor de Rechtspraak geoordeeld dat de Svb niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de eigendom van de woning. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en bepaald dat de Svb een nieuwe beslissing moet nemen op het bezwaar van appellant tegen het besluit van 28 februari 2013. De Raad heeft ook geoordeeld dat het aan appellant is om aan te tonen dat hij als gevolg van deviezenbeperkingen niet over de opbrengst van de woning kan beschikken.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de Svb als de appellant in het kader van de inlichtingenverplichting en de bewijslast. De Svb is verplicht om aannemelijk te maken dat de woning tot het vermogen van appellant behoort, terwijl appellant moet aantonen dat hij recht heeft op bijstand indien hij niet aan de inlichtingenverplichting heeft voldaan. De Raad heeft de Svb veroordeeld in de proceskosten van appellant en het incidenteel hoger beroep van de Svb niet-ontvankelijk verklaard.