Uitspraak
16.8071 ZVW, 16/5744 ZVW
25 november 2016, 16/5542 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een geschil tussen appellante en het CAK over de verschuldigdheid van een bestuursrechtelijke premie. Appellante was door haar zorgverzekeraar aangemeld als wanbetaler, wat leidde tot de verplichting om een bestuursrechtelijke premie te betalen. Appellante maakte bezwaar tegen het besluit van het CAK, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarop appellante in hoger beroep ging.
De Raad heeft vastgesteld dat het besluit van het CAK op 12 november 2015 aan appellante is verzonden, waardoor de bezwaartermijn is ingegaan. Appellante stelde dat zij het besluit pas later had ontvangen, maar de Raad oordeelde dat er geen verschoonbare reden was voor de termijnoverschrijding. Volgens de relevante wetgeving, met name artikel 8:5 van de Algemene wet bestuursrecht, kan er geen bezwaar of beroep worden ingesteld tegen besluiten over de verschuldigdheid van de bestuursrechtelijke premie. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, zij het met verbetering van gronden, en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.