ECLI:NL:CRVB:2017:4486
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering van een IVA-uitkering op basis van medische geschiktheid en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellant, die zich op 9 juli 2012 ziek meldde, had een WIA-uitkering aangevraagd, maar deze was door het Uwv geweigerd. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door de artsen van het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen twijfel bestond over de juistheid van de medische beoordeling. De arbeidsdeskundige had overtuigend aangetoond dat de geselecteerde functies de belastbaarheid van appellant niet overschreden. Appellant had aangevoerd dat zijn beperkingen onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling, maar de Raad onderschreef de conclusies van de rechtbank en de artsen van het Uwv. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het Uwv was opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak, maar de Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een IVA-uitkering per 7 juli 2014. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de rol van de arbeidsdeskundige in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid.