ECLI:NL:CRVB:2017:4443
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herbeoordeling wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid in WAO-zaak
In deze zaak heeft appellant, die eerder een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ontving, een verzoek ingediend voor herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid wegens toegenomen beperkingen. Appellant was werkzaam als bediende/verkoper in een snackbar en was sinds 14 maart 1989 arbeidsongeschikt door psychische klachten. Zijn uitkering werd in 1994 ingetrokken omdat hij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. In 2014 verzocht hij om herbeoordeling, maar dit verzoek werd afgewezen door het Uwv, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk beroep bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft appellant zijn standpunt herhaald dat er wel degelijk sprake is van toegenomen arbeidsongeschiktheid. Hij heeft medische informatie ingediend ter ondersteuning van zijn claim, maar het Uwv heeft rapporten overgelegd die de eerdere afwijzing onderbouwen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn beperkingen in de relevante periode zijn toegenomen. De Raad heeft vastgesteld dat de medische gegevens die appellant heeft ingediend, voornamelijk betrekking hebben op een periode na de intrekking van zijn uitkering en onvoldoende bewijs leveren voor zijn standpunt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.