ECLI:NL:CRVB:2017:4400
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- J.T.H. Zimmerman
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet woonachtig op opgegeven adres
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 15 september 2009 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). De gemeente Den Haag heeft na een anonieme melding een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand, waarbij bleek dat appellante mogelijk niet op het opgegeven adres woonde. Het onderzoek toonde aan dat het water- en energieverbruik op het uitkeringsadres extreem laag was, wat leidde tot de conclusie dat appellante niet op dat adres woonde. De gemeente heeft daarop besloten de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken en de kosten van bijstand terug te vorderen, wat resulteerde in een terugvordering van € 62.163,-. Appellante heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geoordeeld dat de gemeente aannemelijk heeft gemaakt dat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet te melden dat zij niet op het uitkeringsadres woonde. De Raad oordeelde dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten rechtmatig waren. Tevens werd de opgelegde boete van € 1.170,- bevestigd, omdat appellante verwijtbaar had gehandeld door de inlichtingenverplichting te schenden.