Uitspraak
25 november 2015, 15/1622 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
26 april 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:1473) nadere voorzieningen getroffen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister van Defensie, thans de Staatssecretaris van Defensie, tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 25 november 2015. De rechtbank had het beroep van betrokkene, een burgerambtenaar die ontslagen was, gegrond verklaard en het bestreden besluit van de Staatssecretaris vernietigd. Betrokkene had in 2012 ontslag gekregen en wachtgeld toegekend gekregen tot zijn 65e verjaardag. De Staatssecretaris weigerde echter om het wachtgeld te verlengen tot de pensioengerechtigde leeftijd, wat leidde tot het indienen van een bezwaarschrift door betrokkene. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen, wat leidde tot het hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van de Staatssecretaris niet slaagde. De Raad oordeelde dat de Staatssecretaris in de proceskosten van betrokkene moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 742,50. De uitspraak werd openbaar gedaan op 14 december 2017.