Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- verklaart het beroep van betrokkene voor zover dat betrekking heeft op de verrekening van de proceskostenvergoeding ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de terugvordering van een toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW) door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Betrokkene ontving sinds 21 april 1998 een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en had vanaf 15 juli 2003 recht op een toeslag op basis van de TW. Het Uwv beëindigde de toeslag per 1 mei 2013 en vorderde onverschuldigd betaalde toeslag terug over een periode van jaren, waarbij ook een boete werd opgelegd. De rechtbank had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat het Uwv de kostenvergoeding in bezwaar ten onrechte had verrekend met de vordering uit onverschuldigd betaalde toeslag. In hoger beroep werd de vraag aan de orde gesteld of het Uwv bevoegd was om deze verrekening te maken. De Raad oordeelde dat het Uwv op grond van artikel 20a, tweede lid, in verbinding met artikel 14g, tweede lid, van de TW inderdaad bevoegd was om de proceskostenvergoeding te verrekenen met de vordering uit onverschuldigd betaalde toeslag. De rechtbank had het beroep van betrokkene ten onrechte gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond voor zover het betrekking had op de verrekening van de proceskostenvergoeding.