Uitspraak
16.6656 ZW, 16/6658 ZW
18 oktober 2017. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Van Meersbergen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E.M.C. Beijen. Na de behandeling ter zitting zijn de zaken gesplitst en wordt in de zaak 16/2644 ZW afzonderlijk uitspraak gedaan.
OVERWEGINGEN
23 februari 2016 (bestreden besluit 1) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit 1 liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
22 oktober 2015 geschikt geacht voor tenminste een van de in het kader van de EZWb geselecteerde functies, namelijk de functie van wikkelaar. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 19 november 2015 vastgesteld dat appellant per 22 oktober 2015 geen recht heeft op ziekengeld. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van
23 februari 2016 (bestreden besluit 2) ongegrond verklaard. Aan bestreden besluit 2 ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 17 februari 2016 ten grondslag.
16.6656 ZW
16.6658 ZW
17 januari 2016, waaruit blijkt dat enige aanvullende beperkingen zijn vastgesteld. In het rapport van 17 februari 2016 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep te kennen gegeven dat appellant op 22 oktober 2015 belastbaar is te achten conform de FML van 19 januari 2016. Onder verwijzing naar het arbeidskundig onderzoek in bezwaar van 4 februari 2016 is appellant volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep dus nog steeds geschikt te achten voor de door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep besproken geselecteerde functies, onder andere samensteller elektrotechnische industrie, productiemedewerker industrie en productiemedewerker metaal.
BESLISSING
D. Hardonk-Prins als leden, in tegenwoordigheid van H. Achtot als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 november 2017.