In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 14/2581 WIA-R. De uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 23 juni 2017, waarin ten onrechte was vastgesteld dat het griffierecht dat door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) moest worden betaald € 501,- bedroeg, terwijl dit € 493,- moest zijn. De Raad heeft beide partijen, waaronder de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie) en de betrokkene, in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie, maar beide partijen hebben geen reactie gegeven.
De Raad heeft de eerdere uitspraak aangepast en bevestigd dat de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie) een schadevergoeding van € 1.000,- aan de betrokkene moet betalen, en dat het Uwv in de proceskosten van de betrokkene in hoger beroep € 990,- moet vergoeden. Tevens is het griffierecht van het Uwv vastgesteld op € 493,-. De rectificatie is gepubliceerd op rechtspraak.nl en is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, onder leiding van voorzitter E.E.V. Lenos en de leden M.M. van der Kade en M.A.H. van Dalen-van Bekkum, met M.D.F. de Moor als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 november 2017.