Uitspraak
17.1896 AW
OVERWEGINGEN
21 januari 2016, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 21 juni 2016 (bestreden besluit), aan appellant wegens plichtsverzuim de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd. Daaraan is ten grondslag gelegd dat appellant zich heeft schuldig gemaakt aan zeer ernstig plichtsverzuim doordat hij over de jaren 2010 tot en met 2014 onjuiste aangiften Inkomensheffing heeft ingediend en dat hij heeft verzuimd aangiften Omzetbelasting te doen voor de periode 1 januari 2010 tot en met 12 maart 2015.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.