ECLI:NL:CRVB:2017:1670
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van ontslag wegens ernstig plichtsverzuim door indienen van onjuiste belastingaangiften
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante, werkzaam bij de Belastingdienst, was ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim, dat bestond uit het indienen van onjuiste belastingaangiften over de jaren 2012 en 2013. De staatssecretaris van Financiën had de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd, omdat appellante niet in staat was om bewijsstukken voor haar aftrekposten te overleggen en een deel van haar spaartegoed niet had aangegeven. De Raad oordeelde dat appellante niet ontkende onjuiste aangiften te hebben gedaan en dat zij had moeten weten dat zij verantwoordelijk was voor het indienen van correcte aangiften. De Raad bevestigde dat de staatssecretaris hoge eisen mag stellen aan ambtenaren van de Belastingdienst, ook aan degenen die geen specifieke fiscale functie bekleden. De opgelegde straf werd niet onevenredig geacht in verhouding tot de ernst van het plichtsverzuim. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.